Over grindbedden en langs doodshoofden

Nadat we langs de prachtige baai van Kotor zijn gefietst, steken we de grens over naar Kroatie, het vijfde land op deze reis.

Langs de prachtige baai van Kotor

Montenegro goodbye!

Een overnachtingsadres vinden in  het oude centrum van Cavtat is onverwacht lastig: de “straatjes” op onze digitale kaart blijken allemaal trappen te zijn. Die avond branden de heaters op de terrassen, zo koud is het.Door een bootje van Cavtat naar Dubrovnik te nemen vermijden we de lokale racebaan, de Jadranska Magistrale. De eerste twee afvaarten vervallen vanwege de regen. Dubrovnik blijkt toch nóg mooier dan Kotor. Maar! Dat is uitsluitend zichtbaar als je door je oogharen gluurt, anders zie je enkel en alleen toeristen. Dan schijnt het nu nog mee te vallen, want voorseizoen en het regent. Op drukke tijden doen ze hier aan crowdmanagement en altijd proberen ze de toeloop te verminderen met hoge entreeprijzen. Om over de stadsmuren te mogen lopen betaal je euro 26 per persoon. In de korte tijd dat wij er zijn zien we voor duizenden euro’s toeristen de muren beklimmen.

Al die drukte is aan ons niet besteed, we zijn snel weer vertrokken. Op weg de stad uit stoppen we bij een benzinepomp. Niet alleen om benzine te kopen om ons volgende bordje spaghetti te kunnen koken, maar vooral om te schuilen voor alweer een hoosbui. Volgens de jongen van de benzinepomp is het weer in mei nog nooit zó slecht geweest. Snel daarna steken we weer een grens over, deze keer naar het land dat  Bosniė-Herzegovina heet. We overnachten meteen over de grens. Na navraag bij het lokale miniwinkeltje vinden we onderdak bij Anya. Voor de oorlog runde ze een restaurant op wat nu een zwartgeblakerde en dichtgetimmerde verdieping van haar huis is. We menen ook te begrijpen dat (bijna?) haar hele familie in de oorlog is omgekomen. Het is zo koud dat we de airco op verwarmen zetten.

De dagen daarna volgen we de Ciro Trail, een niet meer in gebruik zijnde spoorweg die is omgevormd tot fietsroute. De kwaliteit verschilt nogal van stuk tot stuk. De ene keer fiets je over heerlijk asfalt, de andere keer lijkt het alsof ze alleen de bielzen en de rails hebben weggehaald en het oude grindbed een beetje aangeharkt.

Op de CIROtrail

Uitzichtpunt langs de CIROtrail

 

Maar altijd zijn de uitzichten over diverse valleien fenomenaal. In de Bosnische oorlog vormde dit gebied de frontlinie. De stille getuigen van die oorlog zijn nog zeer tastbaar aanwezig. Niet alleen zijn in de dorpjes vaak nog maar 2 of 3 huizen bewoond en is de rest verlaten, we zien ook bordjes met doodshoofden die waarschuwen de weg niet te verlaten vanwege mijnen.

Landmijnen!

Landmijnen!

We komen zelfs een groot bord tegen waarop de locatie van mijnen in de omgeving zijn aangegeven. We steken verschillende keren de onzichtbare grens tussen de Republiek Srpska en de Federatie van Bosniė-Herzegovina (die dus samen Bosniė-Herzegovina vormen, kun je het nog volgen?) over. Waar je je bevindt kun je alleen zien aan de plaatsnamen die al dan niet in Cyrillische schrift zijn weergegeven.

Cyrillisch schrift kent prachtige letters

Grindbedden

De stukken waar de trail alleen uit het oude grindbed bestaat moeten we soms lopen. bijvoorbeeld als het over een smalle hoge spoordijk gaat. Waar we zeker ook gaan lopen zijn de meer dan 10 tunnels zonder verlichting. Ze worden soms bewoond door vleermuizen. We horen hun hoge gepiep, ruiken hun uitwerpselen en zien ze soms vliegen. Over de oude spoorbruggen in het traject zijn befietsbare stroken aangelegd, al ontbreekt er wel eens een plank.

Door onverlichte tunnels…

…en over oude spoorbruggen

Vanaf Capljina is het spoor nog in gebruik en fietsen wij over kleine weggetjes  tussen het spoor en de woest stromende Neretva richting Mostar.

Mostar heeft in de Bosnische oorlog zwaar geleden. Tijdens het eerste beleg (er waren er maar liefst 3) ontvluchtten 90.000 mensen de stad. Op een ander moment moesten de inwoners van de enclave 9 maanden lang zien te overleven zonder elektriciteit en stromend water, terwijl ze vanaf de bergen rons de stad dag en nacht werden belaagd door scherpschutters. Mostar is beroemd om zijn oude brug, de Stari Most.

 

Stari Most

Vier eeuwen lang al vormde die het hart van de stad en had vele oorlogen en aardbevingen overleefd, maar tegen het geweld van de Bosnische oorlog was het niet bestand: in 1993 werd hij verwoest. Gelukkig is hij al snel met internationale hulp in al zijn glorie hersteld. Aan de Boulevard, in de oorlog de scheidslijn tussen de strijdende partijen, zien de we de ruīnes van  kapotgebombardeerde huizen naast prachtig gerestaureerde historische gebouwen staan.

Ruīnes en gerestaureerde gebouwen aan de Boulevard

We bezoeken ook Kajtaz House, dat al 500 jaar bezit is van de familie Kajtaz. We worden verwelkomd door de huidige generatie, met een glaasje rozenwater, een traditioneel drankje.

Kajtaz house

Rozendrankje

Van Mostar fietsen we in 3 dagen naar Split. Tussen Mostar en Split liggen nogal wat bergruggen, dus het is weer hard werken. We schuilen regelmatig voor regen en onweer, slalommen daarna om de enorme plassen op de weg, kamperen nog eens wild en steken voor de laatste keer een grens over. We bezoeken stecci, Middeleeuwse graven van aanhangers van de Bosnische kerk, waar de Bosniërs heel trots op zijn, en zeilen dan eindelijk Split binnen, onze eindbestemming.

Stecci, middeleeuwse Bosnische graven

Na 4 weken inspannen maar vooral heel veel genieten vliegen we weer naar huis!

 

Comments are closed.