Het grootste land ter wereld??

Fietsend door Kosovo zien we dagelijks de stille getuigen van het conflict uit 1999: een met kogels doorzeefde minibus als monument in een dorp, de standbeelden ter nagedachtenis aan gevallen UCK-strijders en, meest indrukwekkend: een zee van graven bij het dorpje Meja.  April 1999 hebben de Serven er 372 Kosovaren ge-executeerd als wraak na een aanslag waarbij 6 Servische politiemannen waren omgekomen.  Al die graven met dezelfde sterfdatum, heel deprimerend. Op veel plaatsen wappert naast de Kosovaarse vlag die van de VS, de EU of zelfs van de Navo, uit dankbaarheid voor het ingrijpen indertijd.

Het doorzeefde minibusje

 

Ge-executeerd bij Mija

 

Wapperende vlaggen

Voor de laatste keer fietsen we Albanie in, via een pas aan de voet van besneeuwde bergtoppen en scherpe granieten pieken. Nog diezelfde dag vaart een veerboot ons over het stuwmeer van Komani. Met zes auto’s aan boord is hij zo goed als vol. Na een tocht van bijna drie uur door een spectaculaire kloof verbreedt het dal weer en leggen we aan bij de stuwdam. Over de weg die doodloopt bij die stuwdam lopen de varkens bij gebrek aan verkeer over de weg. We dalen af naar de stad Shkoder, dat haast op zeeniveau ligt. De sfeer is er dan ook bepaald Mediterraans.

Grens Kosovo – Albanie

 

Veerboot Komani

Een paar kilometer verderop verwelkomt Montenegro ons met regenachtig weer. Twee dagen lang fietsen we langs het meer van Shkoder. Het ene moment honderden meters erboven met prachtige uitzichten over het hele meer, het volgende moment fietsen we langs het water, maar altijd over smalle, lokale slingerweggetjes. Die verbinden kleine dorpjes, waar de meeste huizen vaak onbewoond en half geruïneerd zijn. De laatste nacht aan het meer staan we op een heuse camping, idyllisch gelegen naast de oude brug. Na al het vermoeiende klimmen en dalen van de laatste dagen moeten we nu nog een pas over van ruim 1400 meter om uiteindelijk de Adriatische Zee te bereiken.

Meer van Shkoder

Halverwege houden we een verdiende halve rustdag in Cetinje, ooit de hoofdstad van Montenegro in de tijd dat het het enige land op de Balkan was dat niet door het Ottomaanse Rijk was ingelijfd. Daar bewonderen we een enorme, schaal 1:10.000, in 1916 gemaakte reliefkaart van het land. Duidelijk is te zien dat Montenegro, Zwarte Bergen, zijn naam eer aan doet: de bergen steken hoog de lucht in, de dalen zijn zo diep dat het vaak meer kloven zijn. Volgens de gids zou Montenegro, als alle bergen glad zouden worden gestreken, het grootste land op aarde vormen.

Onze benen en knieën voelen inmiddels al die hoogtemeters wel. Met moeite klimmen we de volgende dag naar 1420 meter. Daar hebben we een prachtig uitzicht op de Baai van Kotor, een zeearm die diep het land insteekt. Beneden schijnt de zon nog, maar de wolken zitten ons op de hielen. Al die 1420 meters dalen we af in de stromende regen die ons heeft ingehaald, via 25 haarspeldbochten. Vanaf de pas is het enorme cruiseschip in de haven zo klein als een postzegel. Na de afdaling torent het schip zo hoog als een wolkenkrabber boven ons uit. Iedere dag meert er in Kotor een ander cruiseschip aan. Die van vandaag stort zijn 2230 passagiers uit over het kleine oude centrum van Kotor. Na een snel bezoek gaan ze weer aan boord van hun 292 meter lange schip met 5 zwembaden en keert de relatieve rust weer. Tijd voor ons om de historische binnenstad te gaan verkennen.

Klaar voor de afdaling naar Kotor

[

Uitzicht op Kotor

Enorm cruiseschip

 

 

Comments are closed.