van Cordoba naar Sevilla

Aangekomen in Cordoba verruilen we de groene zee van olijfbomen voor een zee van…. paraplu’s!

een zee van paraplu’s bij de Romeinse brug van Cordoba

Het regent 43 uur lang  vrijwel aan een stuk! En wij zitten ook niet comfortabel in aan appartementje, want maandag 1 mei is een officiele feestdag, een extra lang weekend. En daarom is alles vol. Behalve de stadscamping. Die na de eerste nacht regen al een grote modderpoel is.

Op de stadscamping van Cordoba is het een modderpoel

Andere kampeerders tippen ons dat de McDonalds, 200 meter verderop, goede koffie en Wifi heeft. Bovendien is het er droog en warm. Het biedt dus alles wat wij als kampeerders nodig hebben in de nattigheid bij 12 graden. We zitten er een hele ochtend en een hele avond. Als om 22.30 uur alle tafeltjes bezet zijn, er binnen een lange rij staat en buiten voor de McDrive een file tot ver in de straat, wordt het hoog tijd om te verkassen. Door de zuigende vette modder bereiken we ons tentje, waar het binnen nog steeds heerlijk droog is.

De volgende dag bezoeken we de wereldberoemde Mezquita. Vanwege het slechte weer mag je de toren niet beklimmen, maar binnen is het er droog. Dat is haast een wonder als je ziet hoe het regenwater er naar beneden gutst.

Het regent in Cordoba bij de Mezquita

Uploaded by Paul van Roekel on 2017-04-29.

Het is er groot, enorm groot. In die eindeloze ruimte verdwijnen de toeristen in het niets. Wij ervaren de combinate van de pracht en praal van de kathdraal temidden van de sierlijke eenvoud van de moskee als haast hallicunerend. Waar de kathedraal begint zijn de engeltjes gewoon bovenop de moskeebogen gemetseld en Jezus hangt aan zijn kruis tegen een oude tegelwand van de moskee.

Een schitterende mix van islamitische en christelijke kunst en architectuur

 

 

Als we Cordoba verlaten fietsen we nog langs de opgravingen van Mahdinat Al-Zahra, waar in de 10e eeuw de heerser van het Kalifaat Al Andaluz woonde. In die tijd was Cordoba de grootste stad van West-Europa, met bijna even veel inwoners als nu. Christenen, Joden en Moslims woonden er vreedzaam samen.

Op onze digitale kaart kronkelt een worm tussen de strakke lijnen die de wegen aangeven: onze nieuwe via verde. Weer een oude spoorlijn die dwars door het landschap kronkelt. Dat landschap bestaat deze keer uit vriendelijk glooiende heuvels, zover het oog reikt bedekt met gewassen in allerlei kleurschakeringen. We vinden langs de route een  bijzonder idyllisch plekje om wild te kamperen.

Wildkamperen langs de Via Verde de la Campina. Mooi he?

Na nog een nachtje wildkamperen tussen de olijfbomen staan we voor een uitdaging: Sevilla, de grootste stad op onze route (> 700.000 inwoners) op een leuke manier binnenfietsen. Het is Paul’s specialiteit om met digitale hulpmiddelen een bruikbare route te vinden. Dat is hem weer gelukt: via een onbekende fietsroute, verder langs een kanaal en over fietspaden vanaf de Universiteit tot in hartje stad bereiken we onze bestemming. De komende dagen bezoeken we onder andere  het Alcazar en de de Giralda. Daarover vertellen we de volgende keer.

 

Comments are closed.