Malaga naar Villanueva de la Concepcion
Even dachten we dat de piloot de weg kwijt was. We passeerden Malaga en vlogen de Middellandse Zee op. Maar een eind uit de kust maakte onze Transavia vlucht een soepele draai terug naar het vasteland van Andalucia. Keurig om kwart over zes rolden we over de landingsbaan. “Welkom in Malaga”, zei de piloot, “…het is zonnig en de temperatuur is 30 graden.”
Zo begon een paar dagen geleden onze fietsreis door het zuidelijke deel van Spanje. De bagage verscheen al snel op de bagageband, luttele minuten later gevolgd door de fietsen. Nu was het zaak van opladen en banden oppompen. Buiten was het inderdaad nog ‘lekker’ warm. Een half uurtje later stonden we al voor de deur van ons hotel. Na een snelle douche snel de straat weer op, op zoek naar een maaltijd. Gelukkig was het al 21 uur, veel vroeger kun je in Spanje meestal niet eten. Dat herinnerden we ons nog van de laatste keer dat we in Spanje fietsten: in 1984.
De volgende dag, het was eerste Paasdag (Spanje kent geen 2e) fietsten we de stad uit. De route was gedegen voorbereid met de nadruk op het vermijden van de allerdrukste autowegen. We volgenden veel fietspaden. Dat was prettig, maar niet noodzakelijk: de meeste Spanjaarden bleken uit te slapen, in de kerk te zitten of in elk geval niet met de auto onderweg te zijn.
Achter Malaga liggen meteen imposante bergtoppen. Dat betekent dat er al heel snel bergop gefietst moest worden. En niet zo’n beetje ook! Ons oorspronkelijke doel lieten we al snel vallen. Wel haalbaar leek Villanueva de la Concepcion, een slaperig stadje waar een B&B zou zijn. De weg werd steiler en steiler en af en toe moest er zelfs een stukje gelopen worden. De energie was dan ook helemaal op toen we Villanueva binnenfietsten. Ik kon maar aan twee dingen denken: een verfrissende douche en een nog kouder biertje!
Dat B&B bleek slechts 2 kamers te hebben en zat vol 🙁 maar met wat hulp vonden we een appartement een straat verderop. Dat douchen lukte dus en een klein winkeltje om de hoek was open en verkocht ijskoude 1 liter flessen bier.
Villanueva de la Concepcion naar Ventas de Zafarraya
We hadden prima geslapen en voelden ons weer fris en sterk genoeg om naar het uitzichtpunt van het Nationale Park te fietsen. Dat gevoel ging snel voorbij. In eindeloze steile bochten slingerde de weg zich tegen de berg op. We gingen langzamer en langzamer en uiteindelijk stapten we maar af. Dit had geen zin meer, het was te steil. Een ander fietsend echtpaar moest ook lopen, dus het lag niet aan ons 🙂 . Na elke stijging komt een afdaling. Met wapperende haren 😉 zeilden we naar beneden. Maar niet te ver, want het volgende waagstuk stond op het programma: een stukje de MTB fietsroute de TransAndaluz volgen. Wij hadden alleen geen mountainbikes en we waren ook nog eens zwaar beladen.
En hoe was ‘t? Het was prachtig, kilometers lang hobbelden we over (soms erg slechte) trekkerweggetjes en paden. Maar wat een rust en wat een geweldig uitzicht! En nergens een mens te zien.
Na de Transandaluz ging het verder over superrustige gladde asfaltwegen naar het dorpje Zafarraya. Als er al eens een auto aankwam werd er behoedzaam afgeremd en werden wij met een ruime boog ingehaald. Er staan vaak borden langs de weg dat je als automobilist fietsers met minimaal 1,5 m afstand moet passeren. Dat doen ze ook nog!
“Hay un hotel cerca de aqui?”, vroegen we aan een vrolijke groep vrouwen in het centrum van Zafarraya. Nou nee, dat bleek er dus niet te zijn. Wel in Ventas de Zafarraya nog een kilometer of vier verder.
‘s Avonds zaten we aan plastic tafeltjes in de bar (die dus kamers had) te smullen en het vochttekort aan te vullen met grote glazen ijskoud Spaans bier.
Ventas de Zafarray – Granada
Voor het geval het nog niet uit het bovenstaande gebleken is: we zaten dus in de Sierra. Dat betekende vooral dat we eerst eindeloos steile ‘passen’ omhoog fietsten om daarna razendsnel weer af te dalen. Dat ging minder snel dan gedacht en daarom moesten we nog 80 km naar Granada waar we onze enige hotelreservering hadden.
Drie keer moest er die dag nog een bergrug worden overgestoken, maar daarna zouden we in het min of meer vlakke gebied rond Granada komen.
‘s Ochtends fietsten we heerlijk over verlaten weggetjes, door eindeloze olijfboomgaarden en dorpjes vol witgekalkte huisjes over de drie toppen. In de vlakte van Granada bleken we op spectaculaire wijze af te dalen. En nog mooier: de laatste kilometers konden we het massale stadsverkeer vermijden door een mooi fietspad tot aan de stadgrens te volgen.
Kort daarna duwden we onze fietsen de binnenplaats van de Appartementos Columnas op en zaten de eerste fietsdagen erop.
Wordt vervolgd….