Dikke banden en dunne lucht op de Ruta 40

We hebben ons dik aangekleed en dat is wel nodig ook. We staan op niet minder dan 4071 meter boven zeeniveau en de wind giert om de onbeschutte top van de pas van de Cuestas de Lipan.

een klein deel van de haarspeldbochten die ons wat te veel werden

We zijn klaar voor een lange afdaling naar de Salinas Grandes, de grote zoutvlakte, die we ver beneden ons al wit kunnen zien glinsteren. Die afdaling wordt een makkie maar de klim naar boven is een heel ander verhaal. Een dag eerder waren we er al aan begonnen. Aan een stijging van bijna 2000 m in ontelbare haarspeldbochten. Maar aan het begin van de middag waren we nog niet eens halverwege en heel heel erg moe. We besloten toen terug te keren naar Purmamarca en de volgende dag met een taxi tot de top te rijden.

“Much mucho suerte”, roept taxichauffeur Domingo ons nog na terwijl we in de diepte verdwijnen. Voor we er erg in hebben zoeven we al over een eindeloze witte zoutwoestijn. Zoiets trekt hordes toeristen aan zodat we  zelfs even kunnen stoppen voor een ijskoude Cola. Na de Salinas wordt het stil op de weg: een enkele vrachtauto onderweg naar de Chileense grens en wat lokale bromfietsers.

op een zoutvlakte kun je alle kanten uit

We kamperen op een mooi plekje en de volgende dag fietsen we naar Susques. Daar kunnen we nog even ravitailleren voor we drie dagen de ruige Ruta 40 opgaan. We slapen nog een nachtje in een fijn hotel en horen ‘s nachts de wind om het gebouw gieren. Buiten is het -4 graden. Welkom op de puna, de Andes hoogvlakte van Argentinië.

Die Ruta 40 is natuurlijk onverhard. De 50 mm brede banden die op onze Santos Travel Lites gemonteerd zitten hebben we  hard nodig. Wasbord en mul zand, daaruit bestaat een groot deel van de weg. Hard werken dus, en de dunne lucht op bijna 4000 m hoogte maakt dat we nog harder moeten werken. Dat geeft helemaal niks want het is hier echt schitterend! En dat maakt het afzien, want dat is het hier wel, helemaal goed.

Argentijnen zijn erg goed met verkeersborden 😉

We passeren drie miniscule dorpjes. Overal is een winkeltje, een politiebureautje en een dorpspleintje. We slaan grote flessen mineraalwater in die we overdoen in Ortlierb 4 liter waterzakken.

Water genoeg om op onze wildkampeerplekjes een grote pan spaghettisoep te maken en veel koppen koffie en thee. Al voor negen uur gaan de lampjes uit en liggen we  compleet uitgeteld in onze slaapzakken.

De lucht is hier ongeloofelijk helder, je kunt er letterlijk eindeloos ver kijken. Het gevolg is dat het uitzicht vrijwel de hele dag  hetzelfde blijft. Het dorpje Puesto Sey zien we al uren liggen maar het lijkt maar niet dichterbij te komen. Hoe hard we ook doortrappen over een weg van wasbord, stenen, kuilen  en mul zand.

Wat is er met mij aan de hand? Wanhoop over de wegkwaliteit of vreugde over het mooie landschap?

pas op voor overstekende lama’s

We kamperen nog een keer, nu op de adembenemende hoogte van 4343 m, en beginnen dan aan de afdaling naar het stadje San Antonio de los Cobres. Het hoogtepunt van de dag? Het passeren van het viaduct La Polvarilla waar de ‘Tren a las Nubes’ oversteekt. Ooit ging die trein door naar de grens met Chili, nu rijdt ie een paar keer per week een klein stukje voor toeristen die niet zo ver met de fiets kunnen komen ;-).

Even goed de handen aan de remmen houden!

We zijn erg blij als, na een letterlijk stuiterende afdaling, San Antonio om de bocht verschijnt. Bij het Hotel de las Nubes, het hotel in de wolken, hebben ze een mooie kamer, een gloeiend hete douche en een ijskoude Salta Cerveza Rubia. We plannen twee rustdagen in om daarvan te genieten.

 

 

Comments are closed.